TERMEN VAN DE BRANDWEER


rubriek 2 brand


afbrandsnelheid  last 
mate waarin de totale vuurbelasting van een brandend object met de tijd afneemt. 

beginbrand 
brand in het eerste stadium waarbij blussing met eenvoudige middelen nog mogelijk is.

binnenbrand 
brand in een min of meer omstoten ruimte. 

blussen 
doen eindigen van een brand. 

bluswaterschade  
gevolgschade veroorzaakt door bluswater. 

biolover  
verschijnsel optredend bij brand in een olietank, wanneer, door  het verbranden van de lichte
fracties, aan de oppervlakte een hete laag met grotere dichtheid dan de daaronder aanwezige 
vloeistof ontstaat, deze laag (hete zone)bij het naar beneden zakken op een waterlaag stoot 
en deze zo snel doet verdampen,dat de gehele tankinhoud overkookt.

brand 
in het algemeen ongewenste verbranding met vuur, die zich ongehinderd uit kan breiden 
meestal schade veroorzaakt. 

branddoorslag 
uitbreiding van brand via een scheidingsconstructie of een open verbinding naar een andere
ruimte.

branddriehoek 
schematische voorstelling van de drie belangrijkste factoren die nodig zijn voor het
ontstaan en voortduren van brand.

brandhaard 
1: plaats waar een brand het felst woedt en vanwaar het vuur zich verspreidt.
2: plaats waar een brand is ontstaan.

brandmeester  
codewoord voor de situatie waarin de brand onder controle is. 

brandnest   
kleine min of meer verborgen vuurrest die na het bestrijden van een brand nog aanwezig is
en die de brand op nieuwe kan doen oplaaien. 

brandobject 
in brand  staand gebouw,voertuig,vaartuig,inrichting of instelling. 

brandoverslag 
uitbreiding van een brand via de buitenlucht. 

brandrapport  
beschrijving van een brand volgens een voorgeschreven model met als doel het 
verzamelen van statistische gegevens. 

brandresten 
overblijfselen van een brand.

brandschadeverwachting 
het rekenkundig product van de kans op brand in een bepaald object en de daarbij
gemiddeld optredende schade. 

brand stichting  
1: opzettelijk veroorzaken van brand. 
2: veroorzaken van brand door schuld. 

brandstichter 
degene die brand sticht of poogt brand te stichten.

branduitbreiding 
het zich uitstrekken  en omvangrijker worden van een brand.  

brandverloop 
toedracht van een brand naar omvang,tijd en hevigheid. 

brandvoortplanting
uitbreiding van een brand in ruimte 
opmerking: voor de bijlage tot brandvoortplanting van bouwmateriaal zie rubriek 6

buitenbrand 
brand in de open lucht waarbij in het algemeen geen gebouwen of opstallen zijn betrokken.  

conflagratie  
grote verwoestende brand over een uitgestrekt oppervlak. 

corrosieschade  
gevolgschade veroorzaakt door inwerking van een corrosieve stof die bij een brand is gebruikt of is ontstaan. 

directe brandschade 
alle schade door brand veroorzaakt aan een object. 

eigenlijke brandschade 
directe schade door vuur toegebracht. 

emissiepunt   
punt waar brandbare stof bedoeld onbedoeld uit gesloten systeem treedt. 

fakkelbrand  
brandende gasstroom uit de afblaasopening van een overdrukbeveiliging, spuitinstallatie of degelijke. 

gloeibrand  
brand waarbij de brandbare stof verbrandt in de vaste en de stof hoofdzakelijk gloeit. 

grote brand   
codewoord voor een brand waarvoor de eerst uitgerukte bluseenheid versterking van twee bluseenheden behoeft. 

indirecte brandschade   
alle schade  ten gevolgen van brand behalve die van het object zelf, zoals bedrijfsschade en
huurderving.

kleine brand 
code woord voor een brand waarvoor de eerst uitgerukte bluseenheid geen versterking
behoeft. 

kroonvuur  
deel van bosbrand dat woedt en zich uitbreidt in de kronen van de bomen.  

loopvuur  
oppervlaktebrand die zich in eem of meer richtingen voortplant.  

middelbrand  
codewoord voor een brand de eerst uitgerukt bluseenheid  versterking van een bluseenheid
behoeft.  

open vuur of licht  
niet-afgeschermde warmte - of lichtbron. 

plasbrand  
verbranding van b.v door lekkage ontstane plas van brandbare vloeistof.  

pyromanie  
ziekelijke neiging tot brandstichten.  

rookschade 
gevolgschade veroorzaakt door rook van brand. 

secundaire brand  
brand op enige afstand van en veroorzaakt.

slopover 
verschijnsel optredend bij brand in een olietang,Wanneer bluswater/blusschuim op een hete
laag wordt gebracht en zo snel verdamt dat een deel van de tankinhoud overkookt
opmerking: een slopover is een mildere vorm van een biolover. 

smeulbrand  
brand waarbij de brandbare stof smeult.

totale vuurbelasting   
de warmte die vrijkomt bij volledige verbranding van de in een ruimte of in een gebouw
aanwezige brandbare matrialen met inbegrip van die van de bouwelementen.  

uitslaande brand  
binnenbrand  die door openingen in wanden of dak naar buiten is geslagen.  

vlammenbrand   
brand waarbij de brandbare stof verbrandt in de gasfase 

vlamoverslag/flas-over    
verschijnsel  tijdens de ontwikkeling van een brand in een ruimte waarbij door producten die
ruimte plotseling geheel in brand staat. 

vliegvuur  
door opstijgende hete gassen of door wind meegevoerde brandende vaste stoffen. 

voorbrandtijd  
tijdsduur welke een (test)brand gebrand heeft voordat met blussing begonnen wordt. 

vrije gaswolk  
hoeveelheid uitgestroomd gas,die zich door atmosferen omstandigheden niet mengt met de
omgevingslucht.  

vuurbal 
verbrandingsverschijnsel dat ontstaat bij het plotseling vrijkomen en ontbranden van een
hoeveelheid brandbaar gas,B.V bij een BLEVE of biolover.  

vuurbelasting
de hoeveelheid warmte, uitgedrukt in J per vierkante meter vloeroppervlak, die vrijkomt bij
volledige verbranding van de in een ruimte of gebouw aanwezige brandbare materialen, met
inbegrip van de bouwelementen. 

vuurfront 
het verticale vlak, waarin bij een zich voortbewegende (bos)brand de verbranding de grootste
intensiteit heeft. 

vuurstrorm  
hevige luchtbeweging die bij een conflagratie kan ontstaan door de zeer sterke opstijgende
stroom hete gassen.

wolkbrand  
verbranding  van een in de atmosfeer, B.V door lekkage ontstane vrije gaswolk in enkele
gevallen is deze verbranding explosief. 

zeer grote brand  
codewoord voor een brand waarvoor de eerst uitgerukte bluseenheid versterking van meer
dan twee bluseenheden behoeft.

Copyright 2002, Jeroen Meerveld. Met een bezoek aan deze website verklaard u zich akkoord met de 
  algemene voorwaarden die van toepassing zijn op deze website.

Terug